Volgens het bekende ARF Media Model (www.thearf.org) zijn de eerste drie niveaus in het reclameproces op de weg van bereik naar consumentengedrag daarmee afgedekt: mediumverspreiding (oplage), mediumbereik (llp) en reclamebereik.
Voorspellingsmodel
Hoe zijn de Nederlanders te werk gegaan? NOM heeft eerst bevraagd of advertentiepagina’s gezien waren. Het koppelde daar meteen een groot aantal kenmerken aan die invloed kunnen hebben op reclamebereik:
- Kenmerken van de respondenten (socio-demografisch, interesses, reclame-attitude â¦)
- Kenmerken van de titel en de relatie tussen titel en lezer (type blad, wijze van verkrijgen, leesduur â¦)
- Advertentiekenmerken (sector, formaat, kleur, positie in het blad â¦)
Met deze data is een voorspellingsmodel gebouwd voor magazine media en nieuwsmedia waarin kansen zijn berekend (opportunity to see advertising: OTSA). Door deze kansen te combineren met het mediumbereik k(LLP) uit het gewone bereikonderzoek is reclamebereik per sector per titel en per doelgroep te voorspellen.
In mediaplanningsoftware kan reclamebereik gebruikt worden om meer inzicht te geven in de geschiktheid van magazines voor advertenties van bepaalde sectoren. Daarnaast wordt informatie gegeven over zaken als de verschillende posities in het magazine (cover, links/recht) en verschillende formaten. Een interessante stap in het bereikonderzoek die ons in België zeker tot inspiratie kan dienen.
Meer informatie is te vinden op www.nommedia.nl
* Uiteraard is het daadwerkelijk opmerken van een pagina in grote mate afhankelijk van de creativiteit en mate waarin een advertentie eruitspringt (stap 4, 5 en 6 in het ARF model). Dat is de verantwoordelijkheid van de adverteerder en het bureau.