Amélie Janssens: “Om content zitten we nooit verlegen.”

Amélie Janssens

Het maken van een magazine lijkt op een indrukwekkend radarwerk. Elke medewerker – of het nu een journalist, designer of commercieel verantwoordelijke is – speelt een onvervangbare rol. Hoe zou dat zijn bij ledenbladen? We vroegen het aan Amélie Janssens, hoofdredactrice van Visie, met 1,3 mln. exemplaren het meest verspreide magazine van het land.

Lees ook: Jacques Sys (Sport/Voetbalmagazine): “Wij belichten wat overblijft als het licht in het stadion is gedoofd”

We beginnen dit artikel met een disclaimer. De structuur van Visie is namelijk uniek. Het blad is een samenwerking tussen de middenveldorganisaties ACV, CM en beweging.net en is zo dan ook een schoolvoorbeeld van samenwerking, iets waarvoor ledenbladen nog meer dan andere magazines bekend staan.

Overleg is dan ook de belangrijkste taak voor hoofdredactrice Amélie Janssens. “ Enerzijds met de redacteurs en de partnerorganisaties voor de volgende nummers, anderzijds ook met leveranciers als bpost, vormgevers of fotografen”, zegt ze. “ En geregeld is er ook strategisch overleg met de partners over de visie op lange termijn.”

Enorme rijkdom aan informatie en standpunten

De redactie van Visie is vier personen sterk, maar krijgt daarnaast niet alleen hulp van de persverantwoordelijke van ACV en communicatieverantwoordelijken van CM, maar ook van heel wat mensen van beweging.net, AVC en CM op het terrein. “ Dat heeft vooral te maken met het feit dat we naast een gemeenschappelijk katern ook regionale pagina’s in elke editie hebben. Daardoor hebben we natuurlijk heel wat medewerkers nodig.”

Het moge intussen duidelijk zijn dat Visie niet alleen het grootste blad van het land is, ook de manier waarop het tot stand komt is een typevoorbeeld van de samenwerking tussen verschillende profielen waarvoor magazines zo bekend staan.

Heeft deel uitmaken van zo’n grote koepel dan ook nadelen, vragen we Amélie Janssens? “ Uiteraard is het niet altijd evident om de evenwichten te bewaren en om keuzes te maken”, klinkt het. “ We hebben tweewekelijks maar 16 pagina’s. Maar ik bekijk het liever van de andere kant: we beschikken over een enorme rijkdom aan informatie en standpunten. Om content zitten we nooit verlegen.”

Geen leden- maar een bewegingsblad

Voor ledenbladen is het natuurlijk zaak om hun plaats in het bredere media- en magazinelandschap te claimen. Een lezer vergelijkt niet alleen met andere ledenbladen, maar met alle media die hem ter beschikking staan.

“ Wij proberen het verschil te maken met onze aanpak”, zegt Amélie Janssens hierover. “ Zo hebben we het zelf niet over een ledenblad, maar wel over een bewegingsblad. Door achtergrond en menselijke verhalen te brengen, proberen we een extra facet te belichten. Wij laten mensen aan het woord die elders niet aan bod komen. Wij zetten telkens oplossingen of moed centraal en vertrekken vanuit waarden. Die aanpak is best uniek en staat wat haaks op hoe traditionele media het vaak aanpakken, namelijk door te focussen op harde cijfers, op snel nieuws.”

Janssens is er dan ook van overtuigd dat er ook in de toekomst nog plaats is voor bladen als Visie. Doordat het volgend jaar zijn digitale poot verder zal ontwikkelen, ziet de hoofdredactrice zelfs nog groeimogelijkheden. “ Nu richten we ons enkel tot onze leden”, besluit ze. “ Digitaal zouden we ook kunnen focussen op niet-leden en op een bredere doelgroep, om zo nog meer lezers te overtuigen.”

Amélie Janssens Amélie Janssens, Visie

Lees ook de andere opinies op Magazine Media: